Tagarchief: interviews

Vragen stellen / Jaren tellen

Mooi project, De jaren van Het nieuwstedelijk. Een interviewtafel reist langs openbare plaatsen (bibliotheken,  bejaardentehuizen, scholen, cultuur- en dienstencentra, ziekenhuizen,…) in Hasselt en Genk  en mensen worden aan die tafel uitgenodigd om antwoord te geven op één vraag: ‘Welk jaar herinner jij je het best?’

Die vraag komt van mijn neefje Simon, die 11 was op het moment dat hij ze  ‘out of the blue’ aan mijn zeventigjarige moeder stelde op een familiefeestje. De vraag dwong mijn moeder om haar gehele autobiografische geheugen te raadplegen. Een heel leven te overlopen. En dat terwijl er hoogstnodig eten op tafel moest. Voor Simon was het simpel: toen hij acht was, daar wist hij  nog verreweg het meeste van en 2014 was bijgevolg zijn antwoord op de vraag.

Dit leek mij alvast een coole basis voor een interviewproject: chronologie. Elke keer je de vraag aan iemand voorlegt, krijg je behalve een herinnering ook telkens een jaartal cadeau. Het tekstmateriaal en de theaterperformance die er later uit voort zouden komen, zou zodoende zichzelf structureren: je begint met de oudste herinnering en eindigt vandaag.

En er was meer dat mij benieuwde. ‘Welk jaar herinner jij je het best?’ is niet zomaar een vraag, het is een vraag met impact. Er wordt niet gevraagd naar ‘het beste jaar uit je leven’, maar naar het jaar waarvan je het meest onthouden hebt. En natuurlijk volgt er in tweede instantie een ‘waarom’. Waarom is het net dat jaar waar je nog zoveel van weet?

In de meeste gevallen bleek dat logischerwijs te zijn omdat er zich iets belangrijks had voorgedaan dat jaar. Iets dat meestal niet alleen dat jaar nog nazinderde, maar dat ook tot op heden van tel is. Heel vaak een geboorte, een sterfgeval, een nieuwe of een afgelopen relatie  of een combinatie van dat alles. Zoals in onderstaande tekst, die verreweg de mooiste is  die onze interviewers op de kop wisten te tikken. Lees hem traag of lees hem meermaals. Hij is het waard.

2016

HET LEVEN IS MOOIER DAN JE DENKT

Drie jaar geleden.
Mijn papa breekt zijn nek.
Na een val met de fiets.

Hij is gedeeltelijk verlamd.
Halfzijdig gehandicapt.
En heeft heel veel pijn.

In maart 2016.
Spreekt hij voor het eerst over euthanasie.
We hebben dat zien aankomen.
Mijn papa is een levensgenieter.
Een sportman ook.

Ik bezoek dokters. Tref de nodige regelingen.

28 april

Mijn zwangere zus bevalt.

29 april

Mijn dochtertje wordt opgenomen in het ziekenhuis.
Met een zware longontsteking.
Terwijl mijn vriend in China zit voor zijn werk.

Het gaat al een tijd niet goed tussen ons.

15 mei

Ik kom te weten dat mijn vriend vreemdgaat.
Ik zeg het tegen niemand.
‘De mensen hebben al genoeg medelijden met mij,’
denk ik, en:
‘Het gaat al beter met mijn dochtertje.’

24 mei

De dag van de euthanasie van mijn papa.
Drie inspuitingen.
Het is heel snel gedaan.
Eén minuut.
En hij is er al niet meer.

Als het mijn papa niet was.
Het zou echt niks voorstellen.

En dan de begrafenis.

Het meest emotionele moment is.
Dat ik mijn papa ga halen.
Hij heeft een CD bij.
Met de liedjes die hij in de kerk wil draaien.

Onderweg naar mijn zus.
Die pas bevallen is.
Speelt hij de CD af. In de auto.

Mijn papa. Die wilde leven.
Daar neem ik nu een voorbeeld aan.

Ik voel me goed.
Ik ga terug sporten.
Neem de trap in plaats van de lift.

Het leven is mooier dan je denkt.

Mijn job aan de interviewtafel was het uittikken en live bewerken van de interviews. Een drukke job, waardoor ik er niet toe kwam om ook mezelf te laten interviewen, al wist ik quasi meteen welk jaar ik kiezen zou.

2001 kent binnen mijn beleving weinig concurrentie als het op herinneringen aankomt. Het is het jaar waarin het eindelijk ‘aan’ geraakte tussen mij en mijn vrouw, op 20 januari was dat. En ook het jaar waarin we mekaar meteen duchtig moesten missen omdat zij, minder dan één week na onze eerste kus, een half jaar op Erasmus vertrok naar Noord-Ierland.

Mijn twee bezoekjes aan Belfast helpen het eerste deel van dat jaar structureren, een jaar dat voor de rest vooral uit hunkering was opgetrokken. Mijn verlangen was dusdanig groot dat ik mij de dagen die we beleefd hadden voor haar vertrek zo precies mogelijk (als in een minuut per minuut-rapport) probeerde te herinneren door ze zo vaak mogelijk door mijn hoofd te laten gaan.

Dat en de vele megabytes email- en smsverkeer (netjes bijgehouden in een word-documentje van  475 pagina’s en 167992 woorden) documenteren dat eerste deel van 2001 beter dan pakweg het half gelukte eindwerk dat ik op de wereld losliet of mijn eerste min of meer professionele werkervaringen die nochtans in het voor mij erg exotische Rotterdam en Amsterdam plaatsvonden.

Het tweede deel van 2001 staat dan weer in mijn geheugen gegrift door wat er in de wereld gebeurde. Bij het vers opgerichte  Braakland/ZheBilding, repeteerde ik in De Molens Van Orshoven in Leuven  met drie ex-klasgenoten (Stijn Devillé, Ivan Vrambout en Hein Mortier) aan Schimmen, een bewerking van een roman van Paul Auster, die zich in New York afspeelt, toen plots een ander ex-klasgenootje, Marijs Boulogne, onze repetitieruimte kwam binnenstormen met meldingen als ‘WTC-torens gevallen, aanval op het Pentagon, vliegtuigen onderweg naar het Witte Huis’,…

Nu is Marijs één van mijn favoriete mensen op aarde, maar er zijn zeker betrouwbaarder nieuwsbronnen. Ik beschikte over een mini-FM-ontvangertje, waarmee ik de wandelingen van de Molens naar het station van Leuven en van Antwerpen-Centraal naar huis, probeerde op te luisteren. Dat radio’tje zette ik aan en het eerste wat ik hoorde, was het legendarische interview met Mark Eyskens, waarin die verkondigde dat de derde wereldoorlog was uitgebroken.

Hein, Stijn, Ivan en ik hebben ons vervolgens naar de dichtsbijzijnde tv gerept, bij Hein thuis, waar we één voor één werden vervoegd door onze lieven. Het had iets van een vroege roman van Douglas Coupland. Acht twintigers die zich vergapen aan apocalyptische beelden uit New York (met onderaan die strook met ‘America under attack’), gezeten rond de hoogzwangere buik van onze dramaturge Els Theunis die twee weken later bevallen is van een dochter, Emma, het eerste post-9/11-kind waar ik weet van heb en binnen mijn leefwereld misschien wel de eerste millennial die naam waardig.

De Jaren werd op 2 april afgerond met een slotmoment in C-Mine, Genk. Daar brachten we met acteurs en niet-acteurs uit het hele gezelschap, aangevuld met Luca Drama-studenten, een hele batch chronologisch gerangschikte teksten (van 1942 tot heden!) op livemuziek van Rudy Trouvé, Jeroen Stevens en Bert Hornikx. Op 11 mei doen we die performance nog eens over tijdens de Hasseltse Kunstennacht.

Tijdens Trage Suikers van afgelopen donderdag, brachten we alvast een miniversie (een tiental teksten) binnen een bonte avond rond geheugen en herinnering, waarin wetenschapster met dienst Julie Krans (KULeuven) een wetenschappelijk onderbouwde gok waagde dat de meeste mensen uit ons interviewproject als ‘jaar dat ze zich het best herinneren’ eentje gekozen zouden hebben uit de tijd dat ze tussen de achttien en de achtentwintig waren.  Ik moet er het tekstmateriaal nog eens op naslaan, maar in mijn geval heeft ze alvast gelijk.

Nog een tweede tekstje om af te sluiten? Komt er zo aan.

Beste groet, Adriaan

1961

PARKEERPLAATS

Op 19 juli 1961.
Treden wij in het klooster.
Bij de Broeders Van Liefde is dat.
In Sint-Maria Aalter.

Dat moment van overgave.
Dat is zo mooi.
De priester die het Veni Creator aanheft.
De zegening die wij ontvangen.

Maar al snel komt er een bepaalde sleur in dat leven.
En enkele jaren later.
Treden we weer uit.

Nu zijn we Sahatsha Yogi.
Een vorm van yoga.
Die geënt is op spiritualiteit.
We maken ons ‘gedachteloos bewust’.
Door ons te concentreren op onze chakra’s.

Wij aanvaarden alle godsdiensten.
Maar zonder de instellingen.
Dus onze stichtster.
Spreekt ook over Jezus.
Over Maria. Over de engelen.
En als mantra bidden wij vaak het ‘Onze Vader’.
Dat geeft ons rust.

En als wij iets vragen?
Dan krijgen wij dat altijd.
Want wij zijn ervan overtuigd.
Dat wij ‘geholpen’ worden.

Bijvoorbeeld?

Als wij, Sahatsha Yogi, een parkeerplaats nodig hebben?
Als er ergens geen parkeerplaats is?
Dan vragen wij dat.
Even wachten.
En hopla! Er komt er eentje vrij.

 

 

Share